RECENSIE: Keeping The Blues Alive Festival bijzonder geslaagd

Twee gebroeders in Deurne die van de blues houden en samen met hun vrouwen en kinderen de nek uitsteken om in Deurne een keer per maand een bluesband te contracteren. Het is dan medio 2013 en wat klein begint wordt in 2014 groot met het eerste “Keeping The Blues Alive Festival”. En nu is ook de tijd aangebroken om niet alleen het theatercafé te gebruiken maar alle faciliteiten in het Cultuurcentrum Martien van Doorne. Dat moet ook want de plannen zijn groots: drie podia; een bluesmarkt en een uitgebreide foto- en schilderijen expositie, alles onder een dak. Wat heb je nodig om zo’n festival te laten slagen. Ten eerste: een goede accommodatie; ten tweede: goede bands en artiesten; ten derde: enthousiast publiek; ten vierde: sponsoren; ten vijfde: gunstige entree en als laatste en zesde aspect een goede catering. Als je aan alles facetten hebt voldaan dan loop je kans dat je van een geslaagd festival kunt spreken.

En als ik nu eens met het slotalinea begin in plaats met de opening? Dan zou mijn verhaaltje heel simpel worden. Gewoonweg omdat het de organisatie gelukt is om aan alle facetten te voldoen. Is daarmee mijn recensie nu klaar? Voor degene die niet zo’n interesse hebben in de bands die er gespeeld hebben wel. Voor diegene die toch wel willen weten wat Bluesbreeker van de muziek vind, die moeten de recensie toch maar eens nader bestuderen.

Na wat rondgelopen te hebben stap ik richting het ‘marketplace stage’ waar singer/songwriter Ernest van Aken zijn vertolkingen van onder meer Robert Johnson ten gehore brengt. Blues in traditionele vorm vertolkt door deze Brabantse bluestroubadour is bepaald geen straf om te beluisteren. In een ongedwongen huiselijke sfeer doet Ernest meerdere keren vandaag zijn ‘ding’ als ik het zo oneerbiedig mag zeggen.

De Belgisch/Nederlandse formatie The Rhythm Bombs, die dit optreden als een eenmalige reünie beschouwen, zetten de ‘mainstage’ zaal met: ‘Houseparty Tonight’ al meteen op zijn kop. Alsof ze nooit weg zijn geweest en nadat Stanley Patty ‘Chitlins Con Carne’ laat horen is het hek van de dam. Wat een gave uitvoering, wat een gitarist en wat een band… Jammer dat het eenmalig is… maar je ziet dat de mannen er zin in hebben. Een waar feest ontketend zich hier, een feest met lekkere blues.

Met enige ‘Helmondse’ bravoure speelt 32 Blues zijn set in café De Toezicht… Deze Brabantse band speelt aantrekkelijke bluesrock en Texasblues… Stevie Ray Vaughan is een vast ‘onderdeel’ op hun setlist. En ‘Wish You Would’ van Billy Boy Arnold ontbreekt ook niet. Wat het fraaie van 32 Blues is, is dat zij ieder nummer niet coveren of naspelen maar er toch een eigen draai aan geven. Soms pakt het me maar soms gaat het ook aan me voorbij. Maar hun fans die vooraan staan zien het wel zitten.

John Primer samen met Little Boogie Boy Bluesband staan na 32 Blues klaar op het mainstage-podium. De oude en ervaren rot John Primer is bijzonder gecharmeerd van zijn backing band. En het is ook daarom dat hij regelmatig in Nederland met hen toert. John Primer heeft nog met de ‘grootmeesters’ van de blues gespeeld en was deel van Muddy Waters’ band. Dus waarlijk geen ‘kattenpis’ wat hier op het podium staat. Chicagoblues in optima forma. Je moet er van houden, niet ieders ding. Ik vind de backing band formidabel. En of John nu ervaring heeft of niet… zijn optreden staat met de Little Boogie Boy Bluesband. Let wel… ik doe hier dus niets tekort aan John’s muzikale kwaliteiten. Little Boogie Boy Bluesband neemt de aftrap alvorens de ‘grandmaster’ of the Chicagoblues op het podium komt. En direct al ben ik gegrepen door het nummer: ‘I Found The Love’… het is niet alleen de blues die Hein Meyer zo voortreffelijk speelt maar heel zeker ook de soul. Wat een pakkend nummer. Daarna volgen nummers van onder meer Memphis Slim en natuurlijk van John zelf.
Gaaf optreden zonder meer…

Tussen de optredens op het hoofdpodium door speelt Ernest van Aken op het marketplace stage voor de liefhebbers zijn traditionals met volle overgave. Mooi om zo’n man aan het werk te zien.

Vorige week in Dongen, De Gouden Leeuw, werd ik verrast door het optreden van Dave Chavez Band. Toen was ik er ondersteboven van een reden te meer om de band nog eens goed onder de muzikale loep te leggen. Daarvoor heb ik nu in Deurne weer de kans. Maar mijn mening blijft staan en wordt zelfs versterkt na dit voortreffelijke optreden. Jules van Brakel op bas vervangt voor vandaag Erik Lipman die verhinderd is. Alsof Jules al jarenlang deel uitmaakt van deze band zo gaat hij op zijn bas tekeer. Harpspel in de blues geeft en heeft altijd wat extra’s. Robin van Roon die draait er zijn hand niet voor om. Wat kan die gast spelen, of het nu een normale harp is of een chromaat… maakt geen bal uit. Het klinkt fenomenaal, spannend zelfs. Aangevuld met de zang en gitaarpartijen van Dave ontwikkelt zich hier een supersterke gig. Naar mijn idee speelt de band iets losser en vrijer dan vorige week. Hoe dan ook… ik sta met ‘plof’-kippenvel te genieten van dit optreden.

De blues doet het momenteel goed in Nederland en met de regelmaat van de klok ontpopt er zich een band die ver, heel ver boven de middelmaat uitsteekt. Te beginnen bij de Limburgse band: Howlin’ Stone. Inmiddels in het Limburgse al furore gemaakt tijdens de Brul-contest en op de Southern Blues Night. Met hun combinatie van traditionele en moderne blues hebben zij een aantrekkelijke mix gevonden die het publiek weet te waarderen. Vooral de uitvoeringen van songs van wijlen Sean Costello worden voortreffelijk geïnterpreteerd. Niet nagespeeld maar duidelijk geïnterpreteerd. Want de jongemannen willen gewoon hun eigen sound creëren. Uiteraard komt dat het meeste tot zijn recht met eigen werk zoals: ‘Flying Home’. En hun uitvoering van ‘St. James Infirmary’ is er eentje die blijft hangen. Ik wacht nu in spanning af wat hun nieuwe album zal gaan brengen…
De band is ondertussen aangevuld met een nieuwe bassist Thimo Gijezen. En ik moet zeggen hij past bij het trio dat Howlin’ Stone vormt… Nu is het weer een kwartet dat bijzondere interessante blues speelt en verdomd goed ook.

Sugarboy and The Sinners… ‘goede wijn behoeft geen krans’ is ook zo’n jonge band. Zij hebben het ondertussen al heel ver geschopt in binnen- en buitenland. En sinds hun album “All You Can Eat” over de toonbanken gaat is het hek van de dam. Geweldig hoe deze band is gegroeid in ruim anderhalf jaar tijd. Zo volwassen, zo sterk, zo vet en oh zo goed.

Hun gig swingt vanaf de opening tot en met de toegift… Van blues tot rock ’n roll gaat het op en neer. Daar kun je gewoon niet bij stil blijven staan. Zelfs een ‘houten klaas’ als ik probeer op het ritme van de songs mee de deinen. Lachen natuurlijk voor de mensen die achter me staan, dat maakt me geen bal uit. Ik sta te genieten van volvette bluesmuziek van een stel jonge honden die hun eigen grenzen nog lang niet bereikt hebben. Zij sluiten het festival met een vette toegift af.

Al hoewel Ernest van Aken nog tot in de late uurtjes zal spelen… is het voor mij toch echt ‘einde’ oefening. Ik ben doodop maar kan wel zeggen dat ‘Keeping The Blues Alive Festival’ voor mij in ieder geval, en volgens mij ben ik niet de enigste, is geslaagd. Dit smaakt naar meer gebroeders Brouwers… naar veel meer.

Bron:Bluesbreeker.nl